Royaume de Belgique, Service public fédéral santé publique, sécurité de la chaine alimentaire et environnement

Arrêté royal établissant la liste des titres professionnels particuliers et des qualifications professionnelles particulières pour les praticiens de l’art infirmier

Albert II, Roi des belges,

À tous, présents et à venir, Salut,

Vu l’arrêté royal n° 78 du 10 novembre 1967 relatif à l’exercice des professions des soins de santé, notamment l’article 35ter, inséré par la loi du 19 décembre 1990, et modifié par les lois du 6 avril 1995, du 17 mars 1997 et du 10 août 2001 ;

Vu l’avis du Conseil d’Etat n° ……, donné le …….. ;

Vu l’avis du Conseil national de l’Art infirmier, donné le 20 décembre 2005 ;

Vu l’avis de la Commission technique de l’Art infirmier sur les perfusionnistes, donné le

Sur la proposition de Notre Ministre de la Santé publique,

Article 1er.

La liste des titres professionnels particuliers pour les titulaires du diplôme ou du titre d’infirmier gradué ou de bachelier en soins infirmiers s’établit comme suit :

  • infirmier spécialisé en pédiatrie et néonatologie ;
  • infirmier spécialisé en santé mentale et psychiatrie ;
  • infirmier spécialisé en santé publique;
  • infirmier spécialisé en gériatrie ;
  • infirmier spécialisé en soins intensifs et d’urgence ;
  • infirmier spécialisé en oncologie ;
  • infirmier spécialisé en imagerie médicale ;
  • infirmier spécialisé en stomathérapie et soins de plaies ;
  • infirmier spécialisé en assistance opératoire et instrumentation ;
  • infirmier spécialisé perfusionniste ;
  • infirmier spécialisé en anesthésie.

Art. 2.

La liste des qualifications professionnelles particulières pour les titulaires du diplôme ou du titre d’infirmier gradué, les bacheliers en soins infirmiers, les titulaires du diplôme de « verpleegkunde » et les titulaires du brevet ou du titre d’infirmier, s’établit comme suit :

  • infirmier ayant une expertise particulière en santé mentale et psychiatrique ;
  • infirmier ayant une expertise particulière en gériatrie ;
  • infirmier ayant une expertise particulière en soins de plaies ;
  • infirmier ayant une expertise particulière en soins palliatifs;
  • infirmier ayant une expertise particulière en diabétologie ;
  • infirmière ayant une expertise particulière en évaluation et traitement de la douleur.

Art. 3.

Le Ministre de la Santé publique fixe les conditions que doivent remplir les praticiens de l’art infirmier tels que mentionnés aux articles 1 et 2 de cet arrêté pour porter un des titres professionnels particuliers tels qu’énumérés à l’article 1er du présent arrêté, ou pour se prévaloir d’une des qualifications professionnelles particulières, telles que mentionnées à l’article 2 du présent arrêté. .

Art. 4.

Le Roi fixe la procédure d’agrément autorisant les praticiens de l’art infirmier tels que mentionnés aux articles 1 et 2 de cet arrêté à porter un titre professionnel particulier ou à se prévaloir d’une qualification professionnelle particulière.

Art. 5.

L’arrêté royal du 18 janvier 1994 établissant la liste des titres professionnels particuliers et des qualifications professionnelles particulières pour les praticiens de l’art infirmier et modifié par l’arrêté royal du 2 juillet 1999 est abrogé par le présent arrêté.

Donné à ………………….., le ……………..

Par le Roi :

Le Ministre de la Santé publique

Rudy Demotte

 


Koninkrijk België Federale overheidsdienst volksgezondheid, veiligheid van de voedselketen en leefmilieu

Koninklijk besluit houdende de lijst van bijzondere beroepstitels en bijzondere beroepsbekwamingen voor de beoefenaars van de verpleegkunde

Albert II, Koning der Belgen,

Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen,

Onze Groet

Gelet op het koninklijk besluit nr 78 van 10 november 1967 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgen, inzonderheid op artikel 35ter, ingevoegd bij de wet van 19 december 1990, en gewijzigd bij de wetten van 6 april 1995, 17 maart 1997 en 10 augustus 2001.

Gelet op het advies van de Raad van State nr. …………., gegeven op …………..;

Gelet op het advies van de Nationale Raad voor Verpleegkunde, gegeven op 20 december 2005;

Gelet op het advies van de Technische Commissie voor Verpleegkunde, gegeven op ………….

Op voorstel van onze Minister van Volksgezondheid.

Article 1.

De lijst van de bijzondere beroepstitels voor de houders van het diploma of de titel van gegradueerde verpleger of van bachelor in de verpleegkunde wordt als volgt vastgesteld:

  • verpleegkundige gespecialiseerd in de pediatrie en in de neonatologie;
  • verpleegkundige gespecialiseerd in de geestelijke gezondheidszorg en in de psychiatrie;
  • verpleegkundige gespecialiseerd in de sociale gezondheidszorg;
  • verpleegkundige gespecialiseerd in de geriatrie;
  • verpleegkundige gespecialiseerd in de intensieve zorg en spoedgevallenzorg;
  • verpleegkundige gespecialiseerd in de oncologie;
  • verpleegkundige gespecialiseerd in de medische beeldvorming;
  • verpleegkundige gespecialiseerd in de stomathérapie en in de wondverzorging;
  • verpleegkundige gespecialiseerd in operatiebijstand en instrumentatie;
  • verpleegkundige gespecialiseerd als perfusionnist;
  • verpleegkundige gespecialiseerd in de anesthesie.

Art. 2.

De lijst van de bijzondere beroepsbekwamingen voor de houders van het diploma of de titel van gegradueerde verpleger, voor de bachelor in de verpleegkunde, voor de houders van het diploma van verpleegkunde en voor de houders van het brevet of de titel van verpleger, wordt als volgt vastgesteld :

  • verpleegkundige met een bijzondere deskundigheid in de geestelijke gezondheid en psychiatrie;
  • verpleegkundige met een bijzondere deskundigheid in de geriatrie;
  • verpleegkundige met een bijzondere deskundigheid in de wondverzorging;
  • verpleegkundige met een bijzondere deskundigheid in de palliatieve zorg;
  • verpleegkundige met een bijzondere deskundigheid in de diabetologie;
  • verpleegkundige met een bijzondere deskundigheid in de evaluatie en behandeling van de pijn.

Art. 3.

De Minister van Volksgezondheid bepaalt voor de in artikelen 1 en 2 van dit besluit vermelde beoefenaars van de verpleegkunde de voorwaarden waaraan zij moeten voldoen om een van de bijzondere beroepstitel te dragen, zoals opgesomd in artikel 1 van dit besluit, of om zich op een bijzondere beroepskwalificatie te kunnen beroepen, zoals vermeld bij artikel 2 van dit besluit.

Art. 4.

De Koning bepaalt de erkenningsprocedure waarbij de in artikelen 1 en 2 van dit besluit vermelde beoefenaars van de verpleegkunde ertoe gemachtigd worden een bijzondere beroepstitel te dragen of zich op een bijzondere beroepsbekwaming te beroepen.

Art. 5.

Het Koninklijke besluit van 18 januari 1994 houdende de lijst van bijzondere beroepstitels en bijzondere beroepsbekwamingen voor de beoefenaars van de verpleegkunde, gewijzigd door het koninklijke besluit van 2 juli 1999 wordt door dit besluit opgegeven.

Gegeven te …………….., op …………….

Van Koningswege:

De Minister van Volksgezondheid

Rudy Demotte

 

Ils nous soutiennent
Afiscep.be